Brabantse dassenburcht blijft bewoonbaar volgens de rechter

In Schijndel wordt een nieuwe woonwijk gepland, naast een bestaande dassenburcht. Er wordt een aanvraag voor een ontheffing ingediend, die door de provincie Brabant wordt geweigerd: er zal, als het plan wordt uitgevoerd zoals het op papier staat, geen overtreding van de natuurwet plaatsvinden. Met andere woorden: in het plan wordt voldoende rekening gehouden met de dassen.

Daar is de net opgerichte natuurclub in Schijndel het niet mee eens. Zij huren een ecologisch advies bureau in dat contraexpertise verricht op het ecologische rapport waarop de provincie Brabant haar oordeel baseert. De zaak wordt voorgelegd aan de rechtbank Oost- Brabant. Die gaat met de provincie mee. Het college van GS van Brabant mocht zijn besluitvorming op deze adviezen baseren. Daartoe overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Het college heeft aan zijn vergewisplicht voldaan. Dat betekent dat het college van Brabant goed heeft beoordeeld of de adviezen inhoudelijk en procedureel op een goede manier tot stand zijn gekomen. De adviezen van het bureau WSP zijn afkomstig van een deskundige, zorgvuldig tot stand gekomen en inhoudelijk concludent. In dit geval heeft verzoekster deskundig tegenadvies ingebracht van Blom Ecologie. Daarin worden twijfels opgeworpen ten aanzien van de advisering van WSP en ook tijdens de zitting zijn door de deskundige met name vragen opgeworpen. Uit de adviezen van Blom Ecologie blijkt echter niet dat de feiten of de conclusie van de WSP onjuist zouden zijn. Blom Ecologie maakt niet aannemelijk dat de aantasting van het foerageergebied niet kan worden opgevangen door de maatregelen die WSP voorstelt. 

Dat niet overeenkomstig de soortenstandaard van de Dassenwerkgroep Brabant wordt gecompenseerd, brengt volgens de rechter niet reeds met zich dat door de ingreep afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de das. De soortenstandaard laat onverlet dat de door partijen overgelegde rapporten en notities van deskundigen op hun eigen merites moeten worden beoordeeld. In de adviezen van Blom Ecologie wordt niet onderbouwd dat er binnen het leefgebied van de das onvoldoende geschikte alternatieve foerageergebieden van gelijkwaardige kwaliteit en omvang resteren en dat deze dassenclan om die reden de burcht zal verlaten.

Deze uitspraak laat zien dat een contra-expertise niet alleen vragen mag opwerpen. Ze moet ook inhoudelijk leiden tot op argumenten gebaseerde twijfel over de deugdelijkheid van de conclusies die worden getrokken in een ecologisch advies waarop het bestuursorgaan zich baseert. Daarbij geldt bovendien dat een bestuursorgaan niet klakkeloos een aan haar verstrekt advies mag overnemen, maar ook zelf moet onderzoeken of dat advies op goede gronden tot stand is gekomen.


Bijgaand een link naar de uitspraak van de rechtbank Brabant: https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBOBR:2024:4711&showbutton=true&keyword=dassen&idx=2